Concrete aanbevelingen per levensdomein
Een samenleving creëren waaraan iedereen kan deelnemen is een samenwerking van een hele regering én alle regeringen. In elk levensdomein is er handicap-werk. En dit vanaf de geboorte. Het is absurd hoe jongeren met een handicap bij het volwassen worden opnieuw door de hele mallemolen moeten om in een heel andere regelgeving terecht te komen.
- Inclusie vanaf de eerste dag
Voorzie per eerstelijnszone (ELZ) een Centrum voor Inclusieve Kinderopvang (CIK). Momenteel tellen nog maar 16 van de 60 eerstelijnszones een CIK. Breid ook het aantal inclusiecoaches in de CIK uit, in functie van het aantal te ondersteunen locaties kinderopvang.
Investeer fors in individuele inclusieve kinderopvang. Zorg voor een lagere ratio kinderbegeleider/kind, kleinere leefgroepen en meer kindvrije uren. Er is nood aan voldoende orthopedagogisch geschoold personeel die het multidisciplinaire denken stimuleren. Dit is noodzakelijk om de nodige kwalitatieve zorg en (individuele) ondersteuning aan kinderen en ouders te kunnen bieden en om inclusieve kinderopvang te realiseren.
Versterk de VAPH-diensten en -voorzieningen die inclusieve kinderopvang ondersteunen. Diensten die rechtstreeks toegankelijke ondersteuning aanbieden (zoals Globale Individuele Ondersteuning, GIO) zijn een grote meerwaarde. Deze diensten werken vanuit hun handicapspecifieke expertise en versterken zo de reguliere werking via outreach en begeleiding. We vragen om zo snel mogelijk de aanbevelingen uit de adviesgroep GIO om te zetten in regelgeving zodat een grotere groep actoren met deze functie aan de slag kan. Daarnaast is het nodig om de GIO-middelen uit te breiden zodanig dat snel en voldoende ingespeeld kan worden op de vragen naar ondersteuning van inclusieve kinderopvang.
2. Onderwijs als motor van een inclusieve samenleving
Zorg voor dezelfde kansen en middelen in het gewoon en buitengewoon onderwijs: paramedische ondersteuning, busvervoer, certificering, etc. Vandaag worden leerlingen met gelijkaardige ondersteuningsnoden ongelijk behandeld omwille van hun schoolkeuze.
Ondersteun en stimuleer scholen bij de evolutie naar inclusief onderwijs. Vandaag worden scholen die werken aan inclusie afgestraft: meer administratie, negatief imago, meer werk, meer overleg, aanzuigeffect, etc. Conform het VN-verdrag dient er een duidelijk plan te komen om te evolueren naar inclusief onderwijs.
Er moet (juridisch) toegezien worden op de oneigenlijke toepassing van inschrijving onder ontbindende voorwaarden en weigering van redelijke aanpassingen.
Jaarlijks vloeit er 138 miljoen euro naar leerlingenvervoer voor buitengewoon onderwijs en toch blijven de extreem lange reistijden voor jonge kinderen die hiervan gebruik maken bijna onmenselijk. Hoe inclusiever en nabijer we het onderwijssysteem maken, hoe lager dit budget zal zijn. En hoe korter kinderen onderweg zijn van en naar school. Het zijn middelen die ingezet kunnen worden voor ondersteuning in het inclusief onderwijs.
Doorgedreven samenwerking tussen de beleidsdomeinen onderwijs, welzijn en jeugdhulp is nodig om vooruitgang te boeken op vlak van inclusief onderwijs. Zorg voor een goede afstemming en complementariteit tussen GIO-ondersteuners en leerondersteuners, zodat niemand tussen de mazen van het net kan glippen.
3. Welzijn
PVB meerderjarigen
Het systeem van persoonsvolgende financiering is een hefboom om zelfregie en vraaggestuurd werken te verzekeren. Het is geen doel op zich, maar wel een belangrijk middel om een inclusieve samenleving te realiseren.
Mensen met een handicap hebben hun persoonsvolgend budget nodig om zorg en ondersteuning te organiseren. Mensen zonder perspectief laten wachten op een PVB is onaanvaardbaar. De PVB-wachtlijst moet weggewerkt worden met open-end financiering als finaal doel. Wij zijn bereid om mee na te denken over een stappenplan zodat we dit kunnen waarmaken. Minimaal verwachten we:
Behoud van de maximale wachttijd van 18 maanden in priorgroep 1.
Optrekken van de deelbudgetten in prioriteitengroep 2 naar het volledig budget.
Garantie dat de overige wachtenden in priorgroepen 2 en 3 binnen de 3 jaar de nodige ondersteuning krijgen.
Evalueer en stuur het huidige PVF-systeem bij zodat het minder complex is, zowel bij de aanvraag als bij de besteding van het budget.
Zet in op meer flexibiliteit. De budgetten moeten de actuele noden volgen. Meer flexibiliteit vereist garantie op zorg en ondersteuning als dat nodig is.
Ondersteuning minderjarigen
o Minderjarigen moeten met hun persoonlijke-assistentiebudget (PAB) dezelfde bestedingsmogelijkheden krijgen als meerderjarigen met hun PVB.
o Vandaag moeten gezinnen die kiezen voor een inclusief traject vaak langer wachten op een PAB. Omdat ze nog een netwerk hebben, wordt hun vraag niet als dringend erkend. Ze krijgen geen prior-PAB en komen terecht op de niet-prioritaire wachtlijst met langere wachttijden. Het PAB werd nochtans in het leven geroepen om inclusief leven mogelijk te maken. Zorg dat gezinnen die kiezen voor inclusie ook snel ondersteund worden met een PAB.
o De toegang tot een PAB of MFC moet gelijkwaardig kunnen worden opgestart zodat de keuzevrijheid gegarandeerd is.
o Zorg dat MFC’s verder kunnen ontwikkelen en ook kunnen fungeren als expertisecentra waar kinderen met een handicap en hun netwerk terecht kunnen voor handicapspecifieke ondersteuning en het aanleren van specifieke skills.
Investeer in vraaggestuurde RTH. Ontwikkel kwalitatieve indicatoren die het vraaggestuurde en activerende karakter van RTH-initiatieven meten.
Zorg dat naast handicapspecifieke ondersteuning ook andere reguliere diensten afgestemd zijn op de noden van mensen met een handicap.
Personeel en werkingsmiddelen
Kwalitatief goede zorg en ondersteuning staat of valt met goede, gemotiveerde medewerkers die instaan voor de zorg en ondersteuning. Er moet aandacht zijn voor positieve beeldvorming, goede afstemming tussen het onderwijs en werkveld, voldoende instroom van medewerkers, een goede omkadering, en competitieve lonen en arbeidsvoorwaarden.
Persoonlijke assistentie is voor veel mensen met een handicap onontbeerlijk om te kunnen participeren aan het leven op gelijke voet met anderen. Maar vandaag is persoonlijke assistentie te weinig beschikbaar en bekend. Het beroep van persoonlijk assistent moet beter ondersteund en omkaderd worden. Daarnaast moeten maatregelen worden genomen om persoonlijk assistenten correct te kunnen verlonen. Zorg voor betere arbeidsvoorwaarden en de nodige middelen om die te realiseren.
Zorg voor financiële leefbaarheid van organisaties die mensen met een handicap ondersteunen zodat de kwaliteit van dienstverlening verzekerd is. Indexeer bijvoorbeeld de werkingsmiddelen. Het niet indexeren van werkingsmiddelen zorgt voor een verlies aan kwaliteit en is in tijden van hoge inflatie onhoudbaar.
4. Toegankelijke vrije tijd en jeugdwerk
Investeer in begeleidende trajecten richting reguliere vrije tijd.
Investeer in sensibilisering binnen vrije tijd. Binnen socio-cultureel volwassenwerk wordt bijvoorbeeld, terecht, aandacht geschonken aan het betrekken van mensen met een migratieachtergrond. Breid dit uit naar mensen met een handicap. Maak van toegankelijkheid en inclusie een belangrijk aandachtspunt binnen alle projectsubsidies vrije tijd, van lokaal tot nationaal beleid.
Binnen het jeugdwerk moet meer aandacht voor inclusie komen. Elk kind moet op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan jeugdwerk.
5. Zonder een toegankelijke mobiliteit geraak je nergens
Werk aan de doelstellingen uit het Masterplan Toegankelijkheid zodat tegen 2030 50% van alle bus- en tramhaltes en 100% van de haltes aan Hoppinpunten toegankelijk is.
Maak toegankelijkheidsrichtlijnen van bushaltes decretaal afdwingbaar.
Zet in op begrijpbare reizigersinformatie, zowel digitaal als niet digitaal.
Zorg ervoor dat mensen met een beperkte mobiliteit binnen het concept van combimobiliteit (= het combineren van verschillende vervoersmogelijkheden) vlot kunnen overstappen tussen de verschillende vervoersvormen.
Maak met de NMBS verder werk van een beleid dat mensen met beperkte mobiliteit in staat stelt om autonoom de trein te nemen.
Voorzie een betaalbaar en gebiedsdekkend aanbod van aangepast vervoer.
Onderzoek hoe auto- en fietsdelen ingang kan vinden voor mensen met een verminderde mobiliteit en zet experimenten op om deelmobiliteit (= een vervoersmiddel wordt gebruikt door meerdere gebruikers) voor deze groep te faciliteren.
Zorg voor een interfederale strategie toegankelijk openbaar vervoer zodat er een naadloze overgang is tussen trein, tram- en busvervoer.
Zorg dat mensen met een handicap op hun (vrijwilligers)werk geraken. Als werknemer heb je recht op een woon-werkvergoeding. Als je als persoon met een handicap een onbetaalde job wil uitvoeren, moet je met je beperkt inkomen én de beperktheden van het openbaar vervoer vaak grote inspanningen doen om nog maar op je job te geraken.
Waar collectief vervoer de enige mogelijkheid is, moet dit betaalbaar, gemakkelijk bereikbaar en vlot beschikbaar zijn.
6. Zet in op werk maar ook op een volwaardig vervangingsinkomen boven de armoedegrens
Maak het financieel aantrekkelijk voor mensen met een handicap om aan het werk te gaan en aan het werk te blijven. Een (gedeeltelijk) inkomen uit arbeid zou altijd een plus moeten betekenen in vergelijking met een volledige inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT).
Zorg voor een IVT-systeem dat mensen aanmoedigt om te gaan werken.
Zorg voor een interfederaal actieplan om mensen met een handicap toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Mensen mogen omwille van gaten in de regelgeving in geen geval benadeeld worden als ze ziek of werkloos worden.
Stimuleer een inclusieve arbeidsmarkt. Slechts 46% van mensen met een arbeidsbeperking heeft nu een betaalde job. Dit moet omhoog via bredere sensibilisering van werkgevers, doelgerichte opleidingstrajecten, aangepast HR-beleid, versterking van de toeleiding, op maat en vraaggestuurde participatietrajecten en ondersteuningsmogelijkheden, …
Geef als overheid zelf het goede voorbeeld en zet in op tewerkstelling van mensen met een handicap.
Betaalde arbeid is een na te streven doel, maar niet voor iedereen haalbaar. Ook dan heeft onbetaalde arbeid een duidelijke meerwaarde naar de ‘latente’ functies van arbeid. Geef onbetaald werk dus een volwaardige plaats met een uniform kader rond arbeidszorg, arbeidsmatige activiteiten en begeleid werken. Het recent uitgewerkte toekomstbeeld Arbeidsmatige Activiteiten WSE en WVG is het beleidskader.
Indien werken echt niet kan, moet er een volwaardig vervangingsinkomen zijn boven de armoedegrens.
De IVT en IT (integratietegemoetkoming) hebben beiden een ander doel en dienen dus volledig losgekoppeld te worden van elkaar. Zij moeten ook anders geëvalueerd worden. Om de IT te bepalen, mag niet alleen naar het medische luik gekeken worden, ook de participatiekloof speelt een grote rol. Een multidisciplinair team moet dit inschalen.
7. Betaalbaar en kwalitatief wonen in de samenleving
Mensen met een handicap hebben het recht om in de samenleving te wonen. Ze moeten kunnen kiezen waar ze wonen en met wie. Er mag hen geen bepaalde leefstructuur opgedrongen worden. Zelfstandig en inclusief leven betekent niet altijd alleen wonen of het beredderen zonder ondersteuning. Integendeel: de overheid moet meer werk maken van ondersteunende diensten in de samenleving, zoals persoonlijke assistentie, die participatie mogelijk maken en isolatie voorkomen.
Ontwikkel een strategie om een zelfstandig en inclusief leven mogelijk te maken. Conform het VN-verdrag moet er een tijdgebonden stappenplan komen zodat uitsluiting, afzondering en afhankelijkheid van mensen met een handicap niet langer mogelijk zijn. De keuzevrijheid en de autonomie van mensen met een handicap moeten altijd gerespecteerd worden.
Investeer in betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief wonen voor iedereen:
Maak de voordelen van sociale huur via woonmaatschappijen meer bekend. Zowel bij particulieren, als bij projectontwikkelaars die zich tot bepaalde doelgroepen richten.
Zet in op aangepaste en innovatieve woonvormen. Die kunnen inspelen op mensen met een handicap, jongvolwassenen, kinderen in verontruste situaties, grote gezinnen, alleenstaanden en ouderen, met woningen die levenslang wonen bevorderen.Straf (jong-)volwassenen niet af als ze zelf alternatieven zoeken voor betaalbaar wonen, zoals samenhuizen. Het is onaanvaardbaar dat ze daardoor een leefloon of andere tegemoetkoming als alleenstaande verliezen. Jongeren met een handicap verliezen bijvoorbeeld nu soms een deel van hun inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) omdat ze samen iets huren. Het is cruciaal dat zij hun rechten behouden ongeacht hun woonvorm.
Schaf de inhouding van 28% op de integratietegemoetkoming af voor mensen die verblijven bij een vergunde zorgaanbieder. Door de invoering van de woon- en leefkosten is dit een uiterst verouderde maatregel.
Werk wachttijden voor huursubsidies weg. Een wachttijd van enkele maanden is voor mensen in kwetsbare situaties amper te overbruggen zonder subsidie.
Het percentage van (ver)huren buiten het sociaal huurstelsel moet omhoog. Minstens van 1% naar 2%.
Lokale besturen moeten werk maken van hun toewijzingsbeleid inzake sociale woningen en op z’n minst de 5 % versnelde toewijzingen benutten.
Schrap de voorwaarde van langdurige woonbinding voor de toewijzing van sociale woningen.
8. Gezondheidszorg voor iedereen
Binnen de eerstelijnszones heeft men het vandaag over doelgerichte zorg waarbij er rekening gehouden wordt met de levensdoelen van een persoon. Bij de verdere uitwerking pleiten we voor een groter belang van het thema handicap in de eerstelijnszones. Dit kan door bijvoorbeeld mensen met een handicap een duidelijke stem in de zorgraden te geven.
Binnen de Vivel Academy moet extra ingezet worden op opleidingen rond handicap.
Het RIZIV moet het mogelijk maken om via zorg ondersteuning op maat van mensen met een handicap uit te werken. Vandaag is er bijvoorbeeld geen ruimte voor avondrondes of nachtpermanentie. Dit is nochtans een vraag die zowel leeft bij mensen met een handicap als chronisch zieken.
Vandaag moeten mensen met een handicap hun verhaal vaak opnieuw vertellen. We pleiten voor een vlottere informatiedoorstroming en centraal beheer. Hierbij denken we aan een betere integratie tussen elektronische medische dossiers, het platform Mijngezondheid, Geïntegreerd Breed Onthaal en Alivia.
Sommige onderzoeken zijn momenteel niet toegankelijk voor mensen met een handicap. Zo is de apparatuur voor borstkankerscreenings bijvoorbeeld niet voorzien op mensen van kleine gestalte, rolstoelgebruikers,… Het kan niet dat louter omwille van ontoegankelijke apparatuur mensen bepaalde zorgen worden ontzegd. We vragen dan ook optimaal in te zetten op toegankelijke apparatuur